3.2. Preventieve brandbeveiliging

Preventieve brandbeveiliging

Brand gevaar is helaas niet alleen theoretisch. Zelfs in de planningsfase van een gebouw moet brandveiligheid worden beschouwd. .

Maatregelen moeten worden genomen die

    • Voorkomen dat een brand begint
    • Een belemmering vormen voor de uitbreiding van branden
    • Nood- en vluchtroutes verzorgt
 

Bekijk alstublieft de animatie van een vuurhaard

 

Branddoorslag

Branddoorslag betekent het doorslaan van een lokale brand naar andere ruimten of delen van gebouwen. Het verspreiden van vuur wordt versterkt door
  • open deuren
  • Open of gebarsten ramen
  • schachten
  • Leidingen en kabelgoten
  • en vele andere componenten

Bij een kamerbrand kan de branddoorslag binnen een paar minuten toeslaan.

Bekijk de volgende videos.

http://www.youtube.com/watch?v=-t_JA-2b8ac&feature=player_embedded

http://www.youtube.com/watch?v=lVfhzNZRXao


Nooduitgangen en vluchtwegen

Een vluchtweg is een bijzonder gemarkeerde route dat snel en veilig leidt naar de open lucht of een veiligheidszone in het geval van een noodzakelijke vluchtpoging. Het is meestal gelegen in het gebouw.

Een uitgang die direct naar buiten of naar een beveiligde zone leidt heet de nooduitgang.

Vluchtwegen zijn gemarkeerd langs de route met zelf - lichtgevende of verlichte borden. De identificatie wordt vaak gekoppeld aan een noodverlichting.

Vluchtroute signal
Vluchtroute signal   Image (public domain): http://de.wikipedia.org/wiki/Fluchtweg

Vluchtwegen moeten op zodanige wijze zijn ontworpen dat personen in een gebouw op het moment van een bepaald risico (bijvoorbeeld brand) zo snel mogelijk het pand kunnen verlaten.

Vluchtwegen moeten niet worden gebarricadeerd of afgesloten.

Een ontsnappingsroute wordt vooral gebruikt, in tegenstelling tot de vluchtweg in geval van brand

  • om reddingswerkers de best mogelijke toegang tot de brand te verschaffen
  • om mensen en dieren te redden
  • om gewonden te redden
  • om effectieve brandbestrijdingsmaatregelen te kunnen uitvoeren

Vluchtwegen kunnen evengoed worden gebruikt als reddingsroutes.

In elk gebouw waarin permanent mensen aanwezig zijn, bijvoorbeeld, residentiële gebouwen of winkels, moeten twee afzonderlijke vluchtwegen aan de buitenkant aangebracht zijn.

De Musterbauordnung Bund beschrijft deze eisen (§ § 33-36).


Bijzondere eisen voor winkels

Op de begane grond van het gebouw zijn winkels en kantoren van dienstverleners . Speciale brandwerende eisen zijn van toepassing op deze gebieden. Deze worden samengevat in de publicatie BGHW kompakt 18 (Brandbeveiliging in de handel).

Brandschutz in Gebäuden (c) BZB Akademie 2014